BRAHMS, DVORÁK
Symphony No. 4 – Symphony No. 9 ‘From the New World’
Bamberger Symphoniker o.l.v. Jakub Hrůša
Tudor Recording TUD1744 • SACD-86’ (2 cd’s)
Waardering: 10
In 1946 richtten musici uit het Deutsches Philharmonisches Orchester Prag met collega’s uit andere orkesten, die ook van huis en haard waren verdreven, een nieuw ensemble op: de Bamberger Symphoniker. Onder de Tsjechische chef-dirigent Jakub Hrůša lag het in de lijn dat het orkest zich vroeg of laat zich zou buigen over de rijpste producten van twee componisten die nauw bevriend waren: Johannes Brahms en Antonín Dvořák. Van beiden nemen ze vier symfonieën op. Van Brahms dus alle vier, van Dvořák alleen de laatste vier. De Vierde symfonie van Brahms en de Negende van Dvořák (‘Aus der neuen Welt’) delen de toonsoort e klein. Verder zijn er op het eerste gehoor alleen maar verschillen. Brahms zou in zijn Vierde te tragisch, te gewrocht en weinig toegankelijk zijn. Dvořák daarentegen in zijn Negende te gemakkelijk en te aaibaar. Hrůša laat horen hoe Dvořák zijn ideeën ingenieus in één grote melodische structuur heeft ondergebracht. Zijn symfonie heeft meer dan die van Brahms één herkenbaar dna. Hrůša’s aanpak (‘laat vloeien wat vloeien kan’) werkt in vooral Brahms’ eerste deel weldadig. Ook Hrůša kan er niet omheen dat Brahms’ Passacaglia (deel vier) een opus op zichzelf is, zelfs een ‘Fremdkörper’. In dit monument, een summum van geleerdheid en economisch gebruik van een eenvoudig thema, is Brahms heer en meester. Emotioneel gezien heeft het keer op keer een enorme impact. Ook hier ziet Hrůša kans de muziek te laten stromen. De opname is prachtig super audio. Zoals je je het geluid van een orkest wilt voorstellen.
Jurjen Vis
Wilt u meer recensies lezen? Sluit dan hier een abonnement af en krijg automatisch toegang tot honderden andere recensies én voorgaande edities van Luister.