BRAHMS

Recensie BRAHMS – Serenade nr.1 in D, op.11 en nr.2 in A, op.16

BRAHMS
Serenade nr.1 in D, op.11 en nr.2 in A, op.16
Gewandhausorchester o.l.v. Riccardo Chailly
Decca 478 6775 • DDD-65’
Uitvoering **** | Registratie *****

Riccardo Chailly breekt graag met de ingesleten gewoonten van de alledaagse concertpraktijk – door Mahler zo treffend getypeerd als ‘Schlamperei’ – en heeft een speciale belangstelling voor traditie op de langere termijn. In deze opnamen stoft hij de beide serenades van Brahms af. Hij benadert de muziek niet vanuit de late Romantiek, zoals meestal gebeurt, maar vanuit de geest van Mozart en Haydn. Daarbij geeft hij veel aandacht aan een secure, soms zelfs wat nadrukkelijke articulatie en kiest hij voor opvallend hoge tempi. Het openingsdeel van opus 11 moet volgens hem zeer snel gespeeld worden, anders ‘kunnen die 574 maten maar voortslepen’. Dat is maar de vraag en vooral hier en in het Adagio (dat zonder slepend te worden een kwartier kan duren, maar bij Chailly onder de tien minuten blijft), kan ik mij een lyrischer, meer ontspannen verloop voorstellen. Ook met die kanttekening zijn dit ongelooflijk vitale en veerkrachtige uitvoeringen, die deze partituren als nieuw laten klinken. Zoals gezegd valt over Chailly’s tempi te twisten, maar dat neemt niet weg dat zijn aanpak zeer verfrissend is. Deze goed klinkende cd verdient een bijzonder plekje in de kast, naast de breder opgezette referentieopnamen van István Kertész (Decca) en Michael Tilson Thomas (Sony).
Niek Nelissen

Wilt u meer recensies lezen? Sluit dan hier een abonnement af en krijg automatisch toegang tot honderden andere recensies én voorgaande edities van Luister.

Facebook
Twitter

Laatste artikelen