Die tote Stadt van Korngold bij de Nederlandse Reisopera
Die tote Stadt van Korngold, een coproductie van de Nederlandse Reisopera en Theater Magdeburg.

Bezig aan een comeback: Die tote Stadt

Die tote Stadt is bezig aan een comeback. Dat zegt regisseur Jakob Peters-Messer, die met de hallucinante opera van 8 december tot en met 9 februari 2019 door het land trekt. De hoofdrollen in deze coproductie van de Nederlandse Reisopera en Theater Magdeburg zijn voor Daniel Frank, Iordanka Derilova en Marian Pop.

Weet u dat er overeenkomsten bestaan tussen Alfred Hitchcocks klassieke film Vertigo (1958) en de opera Die tote Stadt (1920) van Erich Wolfgang Korngold? In beide werken projecteert de hoofdrolspeler zijn obsessie voor zijn gestorven geliefde op een dubbelganger. Hitchcock ging zelfs zo ver dat hij het omschreef als een vorm van necrofilie, want: “De man wil naar bed met een vrouw die dood is.” Zo denkt protagonist Paul in Die tote Stadt in danseres Mariëtta zijn overleden vrouw Marie te herkennen. Regisseur Jakob Peters-Messer: “Korngold wordt beschouwd als de uitvinder van de filmmuziek.” Deze opera is daar een voorproefje van. Surrealisme, suggestie en spanning behoren tot de hoofdingrediënten van Die tote Stadt.

De fixatie op blondines in Die tote Stadt

Het plot van de opera laat ruimte voor interpretatie. Hoe is Marie overleden? Heeft Paul er iets mee te maken? Korngolds muziek roept de nodige vragen op. De Hitchcock-vergelijking gaat nog verder. Ook Peters-Messer blijkt gefixeerd op blondines in Die tote Stadt. Op een gegeven moment verschijnt danseres Mariëtta’s hoofd in beeld, en wel op een manier die nogal wat wegheeft van de legendarische, bloedstollende douchescène in Psycho (1960).

 

Essentieel in het decor is een raam, dat fungeert als venster op het leven. Met behulp van lamellen wordt het raam een projectiescherm, een bioscoopscherm. “De vrouw uit zijn visioenen spreekt via het doek tot Paul”, vervolgt Peters-Messer uit Rijnland. Die tote Stadt is gebaseerd op de roman Bruges-la-Morte (1892) van de Belgische letterkundige Georges Rodenbach, een hoogtepunt in het symbolisme. In de oorspronkelijke operaversie wordt Mariëtta door Paul om het leven gebracht, maar dat blijkt een nachtmerrie te zijn. De droom schudt Paul wakker. Hij aanvaardt zijn lot en verlaat Brugge – de dode stad uit de titel – om aan een nieuw leven te beginnen.

“Korngold biedt protagonist Paul – en daarmee óns – een uitweg”

Onder regie van Jakob Peters-Messer ontvouwt het plot zich echter minder hoopvol. “Korngold biedt Paul – en daarmee óns – een uitweg. Ik vind het ongeloofwaardig dat een gewelddaad, ook al is die gedroomd, helend zou werken”, vertelt hij. Mariëtta emancipeert in de roman van Rodenbach en neemt geen genoegen met de rol van dubbelganger. “Daarmee doe je haar tekort”, meent Peters-Messer, “als je haar louter als droomfiguur beziet. Ik heb haar de power gegeven die zij verdient.” Toch lukt het haar maar niet om Paul uit de greep van zijn wanen te bevrijden. Hij zit opgesloten in zijn rouw. Gevangen. Dat is tragisch, maar ook ontroerend, aldus de regisseur. “Iemand die niet tot rouwverwerking in staat is, wordt gek. Of een moordenaar. Of allebei.”
Juist in díe tegenstrijdigheid schuilt volgens Peters-Messer de troost van deze voorstelling. De dood van een geliefde betekent namelijk niet meteen het einde. Er is hoop. De hoop op een nieuw leven. “Wie niet kan leven met de dood, die heeft geen leven. Dan ga je kapot.”

“Als de dood komt, moet die pijnloos zijn”

In Peters-Messers Die tote Stadt biedt de moord op Mariëtta geen verlossing. Maar geheel in lijn met Alfred Hitchcock blijft schimmig wat echt en nep is. Zo ook de moord. Heeft die zich in Pauls hoofd afgespeeld? En zat hij de hele tijd in een cel? Ook krijgt Pauls verleden een plek in het verhaal. Zijn katholieke obsessie, op een religieuze manier gecultiveerde rouw en ziekelijke seksualiteit ballen zich samen. Duidelijk: er speelt meer dan enkel Pauls schuldgevoel over de relatie met Mariëtta en het daarmee gepaard gaande verraad aan Marie. Hebben zich in zijn jeugd zaken voorgedaan die het daglicht niet kunnen verdragen? De opera eindigt in een monoloog.

Die tote Stadt laat zien dat dood en rouw bij het leven horen. Dat lijken we in deze jachtige tijd weleens te vergeten. “Tegenwoordig draait het allemaal om jong, mooi, gezond en seksueel actief zijn. Als de dood komt, moet die zo pijnloos mogelijk zijn. Des te meer heeft Die tote Stadt ons nu te zeggen. Misschien verklaart dat het feit dat de opera aan een comeback bezig is.”

Facebook
Twitter

Laatste artikelen