Na 12 Stradivari hebben we even moeten wachten op een nieuw album van Janine Jansen. Met het eerste vioolconcert van Prokofjev en het enige vioolconcert van Sibelius is ze weer bij ons terug. Samen met golden boy Klaus Mäkelä laat zij horen dat 1+1 oneindig veel meer is dan 2.
Tekst: Ruud Meijer, foto: Kaupo Kikkas
Soms verdwijnt een artiest door wat voor omstandigheden dan ook even van je radar: een journalist is ook maar een mens. Op zoek naar een passend referentiekader ter voorbereiding van dit interview stuit ik op de documentaire Janine, een film van Paul Cohen uit 2009 die ik God mag weten waarom nog niet had gezien. Had ik misschien maar beter zo kunnen laten. Niet dat het een slechte film is: integendeel.
Maar geef componist Sir George Benjamin en librettist Martin Crimp een zak met geld en zij maken van die film een tragedie in operavorm. Aan de dramatis personae hoeft niets gewijzigd of toegevoegd te worden: een tragische heldin, een gewiekste marketingmanager, een opportunistische uitgever en een stuntelend journalistenduo dat als Ping en Pang (dit keer zonder Pong) in Puccini’s Turandot op hilarische wijze aan de slag had gekund.
Een tragedie, omdat iedereen na het zien van Janine wel kon voorspellen dat de violiste haar dodenrit in de voortrazende carrièretrein niet lang meer zou kunnen volhouden. En dat deed ze ook niet. Vandaag de dag zouden we dat een burn-out noemen, maar de immer even opgewekte als positieve Janine Jansen schreef destijds op haar website: ‘Ik heb heel veel zin om weer te gaan optreden zodra ik mijn batterij weer heb opgeladen.’
‘Eerlijk als een kind’
Maar laten we beginnen met de beelden en de woorden van Paavo Järvi, de dirigent met wie Janine Jansen in 2009 het album Beethoven & Britten: Violin Concertos had uitgebracht. “Zij speelt zoals zij is: een persoon met echte warmte, echte gevoelens en echte expressie. Niets is nep, gekunsteld of bedacht aan haar. Zij drukt zichzelf uit in het hier en nu, eerlijk als een kind.”
Het is geen toeval dat Jansen en Järvi – de 2JS – elkaar hebben gevonden: alles wat Järvi over Jansen zegt, zou Jansen ook over Järvi kunnen zeggen. Het is dan ook niet vreemd dat Jansen ook nu weer voor een dirigent is gevallen met diezelfde artistieke en persoonlijke kwaliteiten: Klaus Mäkelä, artistiek partner en toekomstig chef- dirigent (2027) van het Concertgebouworkest.
Met ingang van 2027 zal de jonge Fin ook chef-dirigent van Chicago Symphony Orchestra zijn. Vanaf dat jaar zal Mäkelä zijn baton bij het Orchestre de Paris en Oslo Philharmonic luxegedwongen aan de wilgen hebben gehangen. Samen met Janine Jansen nam Mäkelä het Eerste vioolconcert van Prokofjev en het enige Vioolconcert van Sibelius op. Hoe dat was, vertelt zij mij aan de telefoon.
Klaus Mäkelä is met afstand de meest besproken dirigent van dit moment. Hoe was het voor jou om met hem te werken? “Hij is absoluut een bijzondere man. Hij weet de perfecte balans te vinden tussen autoriteit en een natuurlijke manier van dingen voor elkaar krijgen. Daarnaast weet hij iedereen het gevoel te geven dat haar of zijn bijdrage ertoe doet. Dat we echt samen bezig zijn met iets creëren. Hij geeft je de ruimte om dat te doen, maar is gelijktijdig weer heel controlerend of je het wel zo doet zoals hij het in zijn hoofd heeft. De cd-opname was niet de eerste keer dat ik met hem werkte. Ik had al een tournee met hem en het Orchestre de Paris gedaan. Het Vioolconcert van Sibelius hadden we het afgelopen jaar al een keer of elf gespeeld. Tijdens die eerste repetitie met het orkest was ik al erg onder de indruk van zijn manier van werken. Hoe hij analyseert wat er moet gebeuren, zonder daar veel tijd mee kwijt te raken. Want dat gebeurt vaak ook – ik maak mezelf daar ook weleens schuldig aan – dat je zolang bezig bent met analyseren, dat je op een gegeven moment de helft van het orkest al kwijt bent. Het is indrukwekkend dat je dat op zo’n jonge leeftijd al hebt en dat het ook op zo’n natuurlijke manier gaat. Hij is aan een kant heel erg bescheiden, bijna nederig, en aan de andere kant weet hij precies wat hij wil. Er zit ook helemaal geen ego in de weg. Ik denk dat dát het is.”
Ben jij niet precies hetzelfde? Voor jou wil een orkest ook alles doen om de muziek zo te laten klinken zoals jij het in je hoofd hebt… “Dat is lief om te horen.”
Het hele nummer leest u in Luister 780.