DALL’ABACO
Cello Sonatas
Elinor Frey (cello), Mauro Valli (cello), Federica Bianchi (klavecimbel), Giangiacomo Pinardi (aartsluit)
passacaille PAS 1069 • DDD-63’
Waardering: 9
Giuseppe Clemente Dall’Abaco (1710-1805), een bekwaam cellovirtuoos en productief componist voor dat instrument, schreef muziek in een sprankelende en toegankelijke stijl voor de luisteraar en in een technisch uitdagend idioom voor de cellist – een slimme combinatie die de muziek voor beide partijen aantrekkelijk maakt. In zijn sonates voor cello en continuo, waarvan vijf op deze cd, zitten onder meer een paar leuke delen waarin Dall’Abaco andere muziekinstrumenten imiteert: tokkelend als een luit in ‘arpeggiato a modo d’arciliuto’ of met aanhoudende basnoten en een schelle, pijpige toon in ‘la zampogna’ (een Italiaanse doedelzak, en zo klinkt het ook echt!). Het eigen, natuurlijke timbre van de cello komt vanzelfsprekend ook volop aan bod, zoals in de prachtig zangerige Aria van de Sonate in A groot, terwijl het Rondeau dat er direct op volgt zo’n onweerstaanbare voortstuwende beweging heeft dat je er onwillekeurig van gaat meedeinen. Gek eigenlijk, dat deze sonates zo onbekend zijn. Elinor Frey doet ze in elk geval veel recht met haar prachtige frasering en intieme, gloedvolle celloklank. De balans in het samenspel met de continuo-musici voelt bovendien heel organisch aan. Frey publiceert dit jaar haar kritische uitgave van de bladmuziek van Dall’Abaco’s 35 begeleide cellosonates. Of opnamen van de resterende 30 nog in het verschiet liggen weet ik niet, maar ik houd me graag aanbevolen.
Marnix Bilderbeek
Wilt u meer recensies lezen? Sluit dan hier een abonnement af en krijg automatisch toegang tot honderden andere recensies én voorgaande edities van Luister.