Het was even stil, mede door de coronaperiode, maar Maria en Nathalia Milstein zijn terug op de cd-markt. En hoe. Na de uitstekend ontvangen Franse albums La Sonate de Vinteuil en de geheel aan Ravel gewijde cd Voyageur duikt het Milstein Duo nu in de wereld van Schubert. Ze hebben meteen maar het complete werk voor viool en piano opgenomen. “Wat Schubert in ons losmaakt is niet met woorden te beschrijven.”
Maar laten we beginnen bij de familiebanden. Want hoe is het voor Maria Milstein om met haar tien jaar jongere zusje de podia te veroveren. “Ik heb natuurlijk helemaal niets te klagen als het gaat om de mensen met wie ik samen speel”, zegt Maria. “Neem alleen al het Van Baerle Trio. Dat is geweldig. Maar spelen met mijn zusje is voor mij de meest vanzelfsprekende vorm van samenwerking. Onze beide ouders zijn musicus. We groeiden op met dezelfde muziek, we spreken dezelfde taal en beleven muziek nagenoeg op dezelfde manier.”
Diepe band
Dat haar zus Nathalia tien jaar jonger is, was wel enige tijd een spelbreker. “Ik heb lang moeten wachten tot we echt samen konden spelen”, verzucht ze. “Nathalia gaf al vroeg blijk van talent voor het pianospel, maar toen zij net bij de pianotoetsen kon komen, was ik al een puber. Ik heb een tijd met andere pianisten gespeeld, maar toen mijn zus tien jaar was, hebben we ons eerste miniconcert voor onze ouders gegeven. Ons eerste officiële concert gaven we toen Nathalia vijftien jaar was. We hebben een hele diepe band, ook al lijkt het soms dat Nathalia van een andere generatie is. Ik kan mij de tijd zonder internet nog herinneren, Nathalia is er als vanzelfsprekend mee groot gebracht.”
Thuiskomen
Het maakt inmiddels niet meer uit , vooral omdat ze elkaar op vele vlakken inmiddels ook aanvullen. Toch lijkt de keus voor Schubert na twee Franse cd’s een verrassing. “Tijdens de coronapandemie hadden we tijd voor reflectie”, blikt Maria terug. “We wilden na onze Franse cd’s een groter project aanpakken. We dachten meteen aan Beethovens vioolsonates, maar dat is wel een hele grote onderneming. Misschien dat we dat ooit gaan doen, maar op dat moment voelden we ons er niet klaar voor. We hadden al wel veel Schubert gespeeld en we waren allebei diep geraakt door de kwetsbarheid die hij in de Fantasie D 934 tentoon spreidt. Ook zijn laatste pianosonates, zijn strijkkwartetten en zijn strijkkwintet klonken bij ons thuis regelmatig. Wat dat aangaat is Schubert een vorm van thuiskomen.”
Intimiteit
Toch gingen de zussen niet zomaar de studio in. “We hadden een klankideaal in ons hoofd voor de cd dat verder ging dan de keren dat we zijn werk tijdens concerten met een normale vleugel hadden gespeeld. Het gaat, maar de moderne vleugel is ver verwijderd van de klankwereld van Schubert. We hadden geen van beide de ambitie een historisch verantwoorde opname af te leveren, maar we wilden wel de intimiteit van het werk van Schubert duidelijk maken. Daarom zijn we op zoek gegaan naar een passende pianoklank.”
Strijd
Ze kwamen daarvoor bij Andriessen Piano’s en Vleugels terecht en vonden daar uiteindelijk tot hun eigen verrassing een Blüthner vleugel uit 1857. “Daar hoorden we wat we zochten; de klank die past bij de fragiele poëzie van Schubert. Zijn werk is psychologisch van een ongelooflijk kaliber. Waar Beethoven in zijn werk een strijd tussen hem en de wereld uitvecht, gaat het bij Schubert om een innerlijke strijd. Je lijdt en zingt als het ware met hem mee. Ik ben geen zanger, maar ik snap nog steeds niet hoe vocalisten het aan het eind van Winterreise voor elkaar krijgen om niet meteen in een rivier te springen. Gelukkig is het viool-pianorepertoire van een wat vroegere datum en iets lichter, maar het basisgevoel is nog steeds hetzelfde. Het was in elk geval een enorme investering in energie.”
Individualiteit
Daarom denkt Maria Milstein nog niet direct aan een nieuw cd-project met haar zus. ‘Eerst dit maar eens verteren en het vooral veel live spelen. Verder ben ik erg blij dat ik verschillende zaken omhanden heb zoals uitvoeringen als solist, het Van Baerle Trio en het duo met Nathalia. Het voedt elkaar op het allerhoogste niveau. Als ik in een strijkkwartet had gespeeld, had ik niets anders kunnen doen; een strijkkwartet vergt dagelijkse oefening als je op het hoogste niveau mee wil doen. Bij een pianotrio en duo is dat anders. Je hebt een piano naast je. Dat verdraagt meer individualiteit van een musicus. Bij een strijkkwartet moet je als één vierkoppig lichaam spelen. Bij een duo met piano en een pianotrio moet je naast een echte kamermusicus ook een goed solist zijn om op momenten dat het nodig is op de voorgrond te treden. Geen van deze aspecten zou ik willen missen in mijn leven als musicus.”