Barbara Hannigan een bijzonder musicus noemen is een understatement. Niet alleen zingt ze met schijnbaar groot gemak de moeilijkste partituren tot verhalende juweeltjes, ook combineert ze regelmatig als vanzelfsprekend haar zang met dirigeren. Haar weg door het muziekleven steunt daarbij op warme vriendschappen met musici. Vandaar dat het Emerson String Quartet juist met Barbara Hannigan zijn laatste cd wilde opnemen. Hannigan zegt: “Ik wil laten horen en voelen hoe mooi een werk is en niet denken over techniek.”
Tekst: Paul Janssen, foto: Marco Borggreve
Ruim twintig jaar geleden ontmoette ik Barbara Hannigan voor het eerst. Toen was ze alleen nog die fabuleuze sopraan voor wie geen partituur te ingewikkeld was. Dat bewees ze ter plekke. Ze repeteerde voor de baanbrekende multimedia-opera One van Michel van der Aa en speelde niet alleen vol overgave op het filmdoek en op het podium de vrouw op zoek naar haar eigen identiteit. Alsof het geen moeite kostte, zong ze, begeleid door knijpkatten, brekende twijgjes, haar eigen stem op band.
Vooral de even gekmakende als virtuoze interlockingpassages met haar eigen filmbeeld deden mij haar direct in mijn hart sluiten. Even later bleek ze ook nog bijzonder aardig, spraakzaam en vol humor. Ik was op slag verliefd. De Canadese sopraan had haar stiel in Nederland gevonden na een jaar studie aan het Haags Conservatorium. Ze groeide vanuit ons land uit tot de belichaming van de vocale hedendaagse muziek en tot het boegbeeld van verschillende briljante partituren uit het fin de siècle. Vooral in samenwerking met Reinbert de Leeuw.
“Ik was 24 jaar toen ik naar Nederland kwam”, zegt ze nu tijdens een Zoomgesprek. “Ik heb er twintig jaar gewoond. Een groot deel van mijn artistieke opvoeding vond hier plaats. En ik heb mijn belangrijkste mentor, Reinbert de Leeuw, hier ontmoet. Reinbert heeft mij een benadering van ruimte en tijd in muziek bijgebracht, die anders was dan alles wat ik tot die tijd begrepen had. Het was allemaal nieuw voor mij en ik denk dat ik nu niet dezelfde persoon zou zijn als ik niet in Nederland was opgeleid. Ook het publiek hier is bijzonder. Mensen willen dingen horen die ze niet kennen. In andere landen willen de mensen juist horen wat ze wel kennen. Het publiek in Nederland schept vreugde in het leren van nieuwe muziek. Ik kan hier echt alles zingen.”
Reinbert op 1
En dat heeft ze gedaan. Componisten als György Ligeti, Pierre Boulez en Karlheinz Stockhausen vonden in de herfst van hun leven in Barbara Hannigan een warm pleitbezorgster. “Ik heb een geschiedenis met musici die in de laatste fase van hun carrière zitten of die dood gaan”, zo reageert ze op het rijtje componisten.
“Ik heb altijd het verlangen gehad om met oudere artiesten te werken. Ze hebben zó veel ervaring en wijsheid en vaak zo weinig tijd. Ik ben in hun nabijheid een enorme spons die alles opslurpt. Het gaat niet alleen om de tijd dat je samen muziek maakt, ook om de diners, de lunches, de momenten dat je samen wacht op het vliegveld. Dan heb je tijd om te praten. Zo heb ik met Boulez uitgebreid zitten praten over hoe het in de jaren vijftig was.”
Hannigan bestempelt Reinbert de Leeuw als de belangrijkste persoon in haar muzikale leven, maar ook daarnaast koestert ze vele vriendschappen met componisten en musici. “Relaties en vertrouwen. Daar gaat het om in dit vak, dat is de basis. Daarom keer ik ook elk jaar terug naar bepaalde dirigenten zoals Simon Rattle, of naar orkesten en ensembles. Ik heb dat momenteel met de Franse pianist Bertrand Chamayou. En met mijn landgenoot, componist John Zorn. Ik zing zijn werk op 4 november tijdens November Music in Den Bosch. Zorn viert dan zijn zeventigste verjaardag.”
Dit is een excerpt van het artikel wat in Luister 775 staat. Benieuwd naar het complete artikel? Koop dan vanaf vrijdag 20 oktober 2023 Luister 775 bij een boekhandel bij u in de buurt of online op store.bcm.nl/luister