DIVERSEN
Le Tombeau de Debussy
DEBUSSY: Berceuse héroIque, Etudes, Pour l’Oeuvre du Vêtement du Blessé, Élégie, Les soirs illuminés par l’ardeur du charbon. MALIPIERO: Lento. DUKAS: La plainte, au loin, du faune… BARTÓK: Sostenuto, rubato. ROUSSEL: L’accueil des muses. FALLA: Homenaje pour Guitare. STRAVINSKY: Fragment. Paul Michiels (piano)
Fuga Libera FUG590 • DDD-77’
De Belgische pianist Jan Michiels is niet de eerste die Debussy’s pianomuziek ten uitvoer brengt op een piano uit Debussy’s tijd, maar wel tot nu toe de beste. Hij laat zich niet inpalmen door het instrument (een Erard uit 1892), maar zet het naar zijn hand. Bovendien is het repertoire opmerkelijk: naast de Twaalf Etudes en bijna alle andere late stukken van Debussy ook alle werken die diverse componisten in 1920 schreven in memoriam voor hun collega. Debussy’s compositorische grilligheid gaat op een tegelijk zachtmoedige en gedecideerde wijze moeiteloos hand in hand met soms een meer salon-achtige toon en soms zeer subtiele melancholie, twee karakters die bij Debussy dicht bij elkaar liggen. De in memoriam-stukken onthullen niet alleen bewondering voor het genie, maar ook worsteling met de vraag: wat nu? Debussy’s niveau hebben alleen die componisten die resoluut een eigen weg insloegen (Bartók en Stravinsky). Zij, net als Michiels, kunnen overweg met de vrijheid, klinken als individuen en niet als uit een school. Men vergeet de tempi en op den duur ook de klank van het instrument en men hoopt slechts dat Michiels meer van Debussy gaat opnemen.
Emanuel Overbeeke
Wilt u meer recensies lezen? Sluit dan hier een abonnement af en krijg automatisch toegang tot honderden andere recensies én voorgaande edities van Luister.