DIVERSEN
Michelangelo’s Madrigal
Kate Macoboy (sopraan), Robert Meunier (luit)
Et’cetera KTC 1623 • DDD-ca. 53’
Waardering: 8
We kennen nogal wat Noord-Europese componisten die halverwege de zestiende eeuw in Italië werkten. Wellicht zelfs meer dan autochtoon-Italiaanse componisten uit die tijd; denk aan Josquin des Prez, Jacob Obrecht, Alexander Agricola of Loyset Compère. Maar dan hebben we het dus wel over liturgische muziek. Voor wereldlijke muziek daarentegen waren vooral geboren Italianen populair, zowel aan het pauselijk hof in Rome als bij de high society van Mantua, Ferrara en Venetië. Bartolomeo Tromboncino, Marchetto Cara en Michele Pesenti waren de singer/songwriters van die periode. Ook de luitisten als Marco dall’ Aquila en Francesco da Milano golden als coryfeeën. Dat de legendarische Michelangelo Buonarotti – beeldhouwer van onder meer de ‘Apollo’ op de cover – als homo universalis tevens dichter was, zal niemand verbazen. Op dit album klinkt onder meer Tromboncino’s toonzetting van zijn tekst Come harò donque ardire. Kate Macoboy en Robert Meunier verrichtten noeste studie naar weinig bekende renaissance-bronnen over de uitvoeringspraktijk. Ze kwamen uit bij pretentieloos klinkende, maar weldoordachte interpretaties. Macoboy heeft haar melodiek ontdaan van elk effectbejag en versieringen past ze met beleid toe. Meunier schreef bovendien een informatief essay voor het tekstboekje. Lastig is wel dat de totale tijdsduur niet vermeld staat, iets wat je – zeker bij een relatief prijzig schijfje – vooraf toch graag wilt weten. Enig optelwerk leert echter dat je hiermee een klein uur muziek in huis haalt.
Margaretha Coornstra
Wilt u meer recensies lezen? Sluit dan hier een abonnement af en krijg automatisch toegang tot honderden andere recensies én voorgaande edities van Luister.