DIVERSEN
Splendor da ciel
La Morra o.l.v. Corina Marti en Michał Gondko
Ramée RAM 1803 • DDD-64’
Waardering: 9
Alle liefhebbers weten het natuurlijk: de belangrijkste bron voor Italiaanse muziek uit de veertiende eeuw – ofwel het Trecento – is de in het begin van de erop volgende eeuw vervaardigde Squarcialuli Codex, met muziek van Landini, Bartolino da Padova en al die anderen. Aan het einde van het handschrift was ook ruimte opengelaten voor muziek van Paolo da Firenze en Giovanni Mazzuoli, maar die is er niet ingekomen. Beiden komen wel voor in een ander manuscript uit ongeveer dezelfde tijd, waaruit rond 1504 alle muziek van het perkament is geschraapt waarna er kerkelijke huuradministratie overheen is geschreven. Van de oorspronkelijke noten waren wat schaduwen te zien, en met een zogeheten multispectrale camera en geavanceerde software is ze totaal leesbaar gemaakt. Voor wie het Italiaanse Trecento kent zijn de teruggevonden noten niet verrassend, maar het is verheugend dat er nu meer van zijn; zoetgevooisdere oude muziek bestaat eigenlijk niet. Dat is dan ook een kolfje naar de hand van La Morra: vier zangers – sopraan en drie mannen –, luit, vedel, organetto, clavicimbalum en blokfluiten. Ze worden in wisselende combinaties opgevoerd en alles klinkt bijzonder gepolijst, haarzuiver, uitgewogen en verfijnd, met vaak een ondertoon van zoete melancholie. Zonder meer een aanwinst, al zijn sommige snelle notentrosjes van de sopraan niet altijd puntgaaf afgewerkt.
Paul Herruer
Wilt u meer recensies lezen? Sluit dan hier een abonnement af en krijg automatisch toegang tot honderden andere recensies én voorgaande edities van Luister.
