DIVERSEN
The Oboe in Dresden
Xenia Löffler (hobo), Daniel Deuter (viool), Michael Bosch (hobo), Ernst Schlader (chalumeau), Györgyi Farkas (fagot), Václav Luks (hoorn), Katharina Litschig (cello), Michaela Hasselt (klavecimbel)
Accent ACC 24361 • DDD-78’
Waardering: 7 tot 8
Het Dresden van de vroege achttiende eeuw is het toneel voor de cd The Oboe in Dresden’van de Duitse hoboïste Xenia Löffler. Het gekozen repertoire werd in die tijd hoogstwaarschijnlijk uitgevoerd door leden van de Staatskapelle Dresden, internationaal zeer geliefd en geprezen. Er heersten in Dresden hoge muzikale standaarden en er werd veel van de technische uitvoering van de musici gevraagd. Centraal middelpunt van het album is violist en componist Johann Georg Pisendel en zijn enorme privécollectie van zo’n 1800 composities, door hem verzameld en gebundeld. Een selectie van kwartetten, solowerken en triosonates uit deze collectie wordt virtuoos uitgevoerd door Xenia Löffler en onder anderen violist Daniel Deuter, fagottist Györgyi Farkas en hoboïst Michael Bosch. Löffler is lid van de Akademie für Alte Musik Berlin, maar daarnaast vermaard soliste. Dat ze gek is op redelijk onbekend kamermuziekrepertoire voor de hobo is te zien aan de keus voor twee anonieme composities. Zijn ze geschreven door Pisendel zelf, gezien het handschrift? De overige instrumentale werken zijn afkomstig van onder meer Antonio Vivaldi – zijn technisch uitdagende Hobosonate in C groot, RV 53 zet meteen de virtuositeit van de musici in de spotlight – Georg Philipp Telemann, vriend van Pisendel, en Johann Adolf Hasse. Hasse haalt de achttiende eeuw naar de huiskamer met het gebruik van de chalumeau. Een melancholieke en elegante klank. De muziek is helder en charmant en ligt fijn in het gehoor.
Rebecca van der Weijde
Wilt u meer recensies lezen? Sluit dan hier een abonnement af en krijg automatisch toegang tot honderden andere recensies én voorgaande edities van Luister.