Sopraan Elsa Dreisig (1991) staat op het podium alsof ze erop is geboren. Zó naturel en stralend dat je er stil van wordt. Haar debuutalbum Miroir(s) werd zeer lovend ontvangen en kreeg een Edison in de categorie ‘Het Debuut’. Nu is haar tweede cd uit, Morgen, met daarop werken van Strauss, Rachmaninov en Duparc. Wat drijft de Frans-Deense lyrische sopraan Elsa Dreisig?
Als kind zong je bij de koorscholen van Opéra Royal de Wallonie in het Belgische Luik en bij de Opéra National de Lyon in Frankrijk. Wat leerde je daar zoal en hoe hebben die lessen invloed gehad op je performance als volwassene?
“Toen ik zes jaar oud was, begon ik in het kinderkoor. Dat was de eerste keer dat ik op een podium stond. Ik had geluk dat ik ook solo’s kreeg, zoals de eerste jongen in Die Zauberflöte. Als kind kreeg ik de kans om echt interessante en bevredigende rollen te zingen. Ik leerde daar ook pianospelen, dansen en acteren, alles wat ik nodig had voor een goede performance. Dansen zeg ik met enige voorzichtigheid, want ik studeerde veel dans, maar ben geen goede danser.” Ze lacht weer. “We kregen step dance, dat was goed voor het ritme. Moeilijk, maar je leert er veel van.”
Jouw ouders zitten ook in de klassieke muziek. Je moeder is een operazangeres. Wilden ze dat je ook operazangeres werd of de muziek inging?
“Mijn moeder (de Deense sopraan Inge Dreisig, red.) meldde mij aan bij het kinderkoor. Natuurlijk heeft haar achtergrond er ook mee te maken. Ze wilde dat ik zou zingen, maar ze pushte mij nooit. Hetzelfde deed ze met klassiek ballet. Maar na twee jaar wilde ik daarmee stoppen en dat vond ze geen probleem. Ik had hetzelfde kunnen zeggen over muziek en zang, maar dat is nooit gebeurd, omdat ik daar echt dol op was. Ik ben blij dat ze mij heeft aangemoedigd, maar ze heeft mij nooit gedwongen. Het was eigenlijk precies het tegenovergestelde. Ze vertelde me heel veel: dat het een zwaar beroep is, dat de competitie gigantisch is, dat het een onzeker bestaan is. Ondanks het feit dat ik dat allemaal wist en ervan door drongen was dat het erg moeilijk zou worden – mijn moeders carrière stopte van de ene op de andere dag –, ben ik tóch zangeres geworden. Het heeft mij er nooit van weerhouden om daarvoor te kiezen. Ik wist gewoon dat het helemaal mijn ding was. Het helpt natuurlijk wel als je opgroeit in een gezin waarin het normaal is om te zingen en op het podium te staan, want ik voelde geen angst of gêne. Echt nooit.”
Zelfs niet als kind?
“Ook niet als kind, want ik wist niet eens wat stress betekende. Dat kwam later pas, toen ik een jaar of achttien, negentien werd. Toen kreeg ik stress. Maar als kind en puber kende ik dat gevoel helemaal niet. Het was erg comfortabel, het podium voelde alsof ik thuis was. Het heeft heel veel geholpen dat ik als kind al op het podium stond. Je creëert, als je geluk hebt, goede herinneringen aan het performen. Dat gevoel neem je mee als volwassene en dat geeft je kracht en moed. Je kunt dat gevoel ook later, als volwassene, krijgen. Maar dat is lastiger.”
Topnummers van Elsa Dreisig op Spotify.
Naar welke muziek luister je thuis? Voornamelijk naar opera of ook naar andere, lichte muziek?
“Alleen naar opera. Opera en vocal recitals. Ik was niet into symfonische muziek of Lieder, dat kwam pas later. Als kind luisterde ik naar La traviata, La bohème en Die Zauberflöte. Die kon ik vanuit mijn hart meezingen, van begin tot eind. Ik hield ook van musicals, zoals Singin’ in the Rain, The Sound of Music of Grease. Al die films maakten deel uit van mijn opvoeding en ik had ze ook op cd. Met popmuziek, rock of rap groeide ik niet op. Nu kan ik naar die muziek luisteren, maar dat begon pas als tiener.”
Waarom heb je voor de titel ‘Morgen’ gekozen? Wat betekent die voor jou persoonlijk?
“Morgen ontleent zijn naam aan een van Strauss’ meest geliefde werken. Wat ik zo mooi vind aan de titel van het album, is dat die verschillende lagen heeft. Je kunt zelf kiezen welke betekenis je aan de titel geeft: morgen, ochtend of, meer poëtisch, het moment dat de zon opkomt. Praten we over iets nieuws wat gaat gebeuren? Of over de Innere Reise, de innerlijke reis, waarnaar je wilt streven? Ik houd van het feit dat het een open en positieve albumtitel is. De cd had ook Die letzte Reise kunnen heten, maar zo’n titel is veel donkerder en depressiever. Het gevoel van een einde. Bij Morgen heb je het idee dat er iets begint. We wilden graag het gevoel van hoop meegeven. Het achterliggende idee is: morgen zal alles in orde zijn.”
Kun je iets meer vertellen over het fascinerende thema van ‘Morgen’?
“De innerlijke reis waarover ik sprak, begint in de lente, als de natuur en de liefde opbloeien. Daarna gaan we naar de zomer. Alles is fijn, het leven lacht je toe en de liefde is goed, een echt climaxmoment. En dan komen de nachten, de onzekerheden, de twijfels. Je voelt je vaker alleen en je moet de nacht zien door te komen. Je bent bang voor de mensen van wie je houdt, bang om dood te gaan. En je gaat door die moeilijke momenten heen, ’s nachts, in december. Maar daarna komt het besef: alles komt goed, omdat je wilt geloven dat het een prachtige morgen wordt. Je moet accepteren dat je moet gaan slapen, zelfs al ben je bang dat je niet meer wakker wordt. Zelfs als je weet dat je aan het einde van de reis bent. Je moet doorgaan. Het is een filosofische verhaallijn, meer metafysisch vergeleken met mijn debuutalbum.”
Als een cirkel?
“Het is niet echt een cirkel, want die herhaalt zich telkens en is een beetje triest. Het is meer een hoopvolle boodschap: het continueren van je ontwikkeling als mens en erop vertrouwen dat waar je ook doorheen moet, wat er ook gebeurt in je leven, dat er een nieuwe dag aanbreekt.”
Lees het hele interview met sopraan Elsa Dreisig van journalist Karen Duking in Luister 746.