Een tot de verbeelding sprekend figuur, de Italiaan Niccolò Paganini (1782-1840). De mysteries rond zijn persoon zijn talrijk. Volgens ooggetuigen zou zijn virtuositeit op de viool hem door de duivel zijn geschonken. Zelf droeg het enigma maar al te graag bij aan dat demonische imago. Hij gaf middernachtelijke optredens op het kerkhof en schminkte zijn gezicht lijkbleek alvorens hij de bühne betrad. Een sensationeel fenomeen dus, deze Paganini uit Genua, een shockrocker avant la lettre wiens lange skeletvingers over de snaren dansten alsof de duvel hem op de hielen zat.
In de bloei van zijn carrière, begin negentiende eeuw, componeerde de duivelskunstenaar zijn berucht moeilijke en technisch veeleisende 24 Caprices Opus 1 for violin solo, een cyclus van 24 ‘miniatuurtjes’ voor soloviool. Daarin zocht hij naar de uiterste grenzen van het instrument. “De hele cyclus vormt een staalkaart van het leven”, zegt violiste Lisa Jacobs (1985) enthousiast. “Liefde, vreugde, verdriet, drama, wanhoop, eenzaamheid, pijn: werkelijk álles zit erin.”
“Ik speel deze stukken al sinds mijn tiende”
Op 18 juni verschijnt Jacobs’ album met Paganini’s 24 Caprices. In het cd-boekje schrijft de getalenteerde violiste: Toch zijn het niet de technische aspecten van deze muziek, maar juist de enorme variëteit aan muzikale karakters, de buitengewone klankwereld, fantasie en lyriek die Paganini in elk van deze ‘Caprices’ laat verschijnen die me mijn gehele leven zijn blijven verwonderen.
Jacobs speelde al enige tijd met het idee om haar visie op Paganini’s magnum opus los te laten en op een album te vereeuwigen. “Wij violisten leren deze stukken in eerste instantie kennen als studiewerk. Maar als je eenmaal verder kunt kijken dan de techniek en niet alleen maar bezig bent met de noten, dan hoor je wat voor wonderbaarlijke muziek het eigenlijk is. Mijn bedoeling was om de vele karakters uit te diepen, niet om de stukken zo snel mogelijk te spelen.”
Waar het eigenlijk op neerkomt, is dat je als musicus een bepaalde rijpheid moet hebben om je in Paganini’s halsbrekende achtbaan te wagen. Jacobs: “Het is zaak dat je de stukken laat bezinken. Ik speel ze al sinds mijn tiende of elfde. Voordat je ze onder de knie hebt, ben je jaren, jaren verder. Voorts moet je de zekerheid en durf vinden om ze een eigen muzikale lading mee te geven.”
”Paganini speelde eigenlijk liever gitaar”
Niccolò Paganini was een fantastische violist (in beide betekenissen van het woord), virtuoos en vingervlug, maar de viool was eigenlijk helemaal niet zijn weapon of choice. “Klopt. Hij speelde liever gitaar of altviool. In deze cyclus hoor je dat terug. Hij benaderde de viool anders dan zijn tijdgenoten, was erg vernieuwend. In zijn spel hoor je de liefde voor lyriek en melodie, een liefde die soms bijna viool-onwaardig is.”
Hoe verplaats je je in duivelsnaam in zo’n ongrijpbaar figuur als Paganini? Lisa Jacobs legt uit: “Hij wist heel goed hoe hij zijn eigen mythe in stand moest houden. Zijn bewogen leven heeft alleen maar bijgedragen aan de cultus die om hem heen is ontstaan. Aan de ene kant een geluk, aan de andere kant ook een vloek. Paganini was niet bepaald een vrolijke of gelukkige man, wel iemand met gevoel voor humor. Ik heb me goed ingelezen in de materie. Als ik een stuk ga spelen, doe ik dat altijd. Anders kun je nooit in iemands huid kruipen.”
”Voor mij is Alexander Markov de levende Paganini”
Zoals gezegd zijn de 24 Caprices zo ongeveer het summum voor violisten. De ultieme kwaliteitstest. Dat betekent automatisch ook dat de cyclus door Jan en alleman is opgenomen. Heeft Jacobs eerdere opnamen bestudeerd? “Nee”, zegt ze resoluut, “dat heb ik niet gedaan. Ik wilde de Caprices geheel op mijn manier doen. Natuurlijk heb ik de afgelopen twintig jaar genoeg andere opnamen ervan gehoord. Ik wilde dicht bij de partituur blijven, heb ook uit het manuscript gewerkt. Zo ontdek je verrassende dingen. Je realiseert je dat je met de jaren bepaalde gewoonten hebt ontwikkeld. Ik heb geprobeerd die gewoonten los te laten. Ja, het was een heel bevrijdend project.”
In het cd-boekje roemt Lisa Jacobs de expressieve vertolkingen van de Russisch-Amerikaanse violist Alexander Markov. Ze groeide ermee op. “De eerste opname die ik van de Caprices kreeg, was van Markov. Voor mij is hij de levende Paganini. Wat ik nog steeds bijzonder aan die opname vind, is dat hij zo ontzettend eigen en anders is. Anders dan alle andere. Een bevrijding! Het besef: het draait niet om perfectie, maar om persoonlijkheid. Voor mij staat het muzikale verhaal altijd op één. Wat telt, is de emotie. Muziek is voor mij óók imperfectie.”