Liggen kunst en religie niet heel dicht bij elkaar? In het schitterende interview Liever dan geluk beweert cabaretier Herman Finkers dat dat inderdaad het geval is: ‘God is een kunstvorm, niet een lijstje met seksuele voorschriften. Religie is voor mij hetzelfde als mystiek.’ Religieuze muziek beschouwt hij als een manier om ‘de klap van mijn geboorte’ te boven te komen, en zich met het bestaan te laten verzoenen. Maar hoe doet muziek dat dan?
Luistervoorbeeld 1: Tenebrae Responsoria van Carlo Gesualdo
Carlo Gesualdo laat horen dat religieuze muziek niet altijd een manifestatie van vanzelfsprekend, rotsvast geloof hoeft te zijn. In zijn eigen, vaak duistere composities hoor je verlangen, twijfel en talloze schurende dissonanten. Nadat de zestiende-eeuwse Italiaanse componist zijn echtgenote en haar minnaar op heterdaad had betrapt en vermoord, kampte hij de rest van zijn leven met een ondraaglijk schuldgevoel. ‘Hij begon motetten te componeren die heel anders klonken dan andere motetten uit de renaissance’, aldus theoloog Eugen Drewermann. ‘De bas kan zich verheffen boven de sopraan en bij elke toon kan de stemming zelf wankelen.’
Toch kan de luisteraar zich in Gesualdo’s composities altijd verheugen op een terugkeer naar de grondtoon, die een soort verzoening vormt voor de voorafgaande twijfel. Deze Tenebrae Responsoria (duistere beurtzangen) zijn gecomponeerd voor Stille Zaterdag, de laatste dag van de lijdensweek, die voorafgaat aan de opstanding van Christus tijdens de Paaswake.
Luistervoorbeeld 2: Via Crucis van Franz Liszt
Ook Via Crucis van Franz Liszt is geschreven voor de lijdensweek. Deze moderne compositie voor koor en piano behandelt de veertien staties, de fasen van Christus’ lijdensweg, waarop de gelovigen zich op Goede Vrijdag plegen te bezinnen. In dit fragment hoor je de vierde statie, waarin Christus het kruis de berg Golgotha opsleept en plotseling zijn heilige moeder in de menigte ziet staan. Pianist Reinbert de Leeuw: ‘De piano speelt, in een opwaartse beweging, eindeloze slierten van elf chromatische tonen, maar onthoudt je de twaalfde: de d. Onbewust ga je naar die noot verlangen. Als hij dan eindelijk komt, heel hoog en dolcissimo gespeeld [minuut 1:40], werkt dat als een verlossing, bijna euforisch.’ Het wonderlijke is dat de katholieke Liszt zo’n innig gevoel met zulke subtiele middelen weet te bewerkstelligen. ‘Misschien moet je wel diep religieus zijn om zoiets op te kunnen schrijven’, aldus De Leeuw, die zichzelf ‘totaal niet gelovig’ noemt. ‘Maar ik geloof wel in dit stuk.’
Myrthe Meester is columniste voor Luister. In haar vaste serie Luisterrijk vindt u haar filosofische muziekbespiegelingen. Lees haar column over het geloofsaspect van muziek in Luister 739. Deze ligt vanaf 12 april tot en met 16 mei in de winkel.