Wat begon als het coronaproject Iedere dag een beetje Bach, is inmiddels uitgegroeid tot een aanbod van Online BACH Colleges. Kenner en liefhebber Jan-Willem Rozenboom – je kent hem wellicht als de pianist van Guus Meeuwis – neemt ons in bevlogen theatercolleges mee naar de wereld van “de grootste componist ooit”.
Wat Brabant van Guus Meeuwis en de Goldbergvariaties van Bach met elkaar gemeen hebben? Meer dan je denkt, volgens Jan-Willem Rozenboom. Samen met Meeuwis schreef de pianist in 2002 de gemoedelijke schets van ‘hun’ Brabant. In die tijd was Rozenboom ook bezig met het instuderen van de Goldbergvariaties. Pas jaren later realiseerde hij zich dat de hit van Meeuwis op een aria van Bachs compositie is gestoeld.
Jan-Willem Rozenboom over Bach en Brabant
Rozenboom klemt de telefoon tussen zijn oor en schouder en begint te spelen. “Dit zijn de akkoorden van de Goldbergvariaties”, zegt hij, terwijl hij de toetsen indrukt. “Bach speelt daar dan een melodie overheen, maar ik kan er óók de melodie van Brabant overheen spelen. Luister maar. De akkoorden en de basnoten zijn voor een groot deel hetzelfde.”
Brabant – Guus Meeuwis (en Jan-Willem Rozenboom)
Verrek, je hebt gelijk. Zijn er nog meer gelijkenissen tussen de muziek van Meeuwis en die van Bach?
“Als ik muziek schrijf, neem ik ongemerkt mijn muzikale bagage mee. Ook wanneer ik popliedjes schrijf, gebruik ik die klassieke ervaring. Ik vind het leuk om met melodieën en harmonieën bezig te zijn. Bach was natuurlijk bij uitstek goed met melodieën en harmonieën. De meeste klassieke muziek klinkt misschien ingewikkelder dan een nummer van Guus, maar onbewust verwerk ik weleens kleine stukjes klassiek erin. Als ik nog een voorbeeld moet noemen: Bach liet weleens een basnoot een aantal maten ‘liggen’, terwijl hij er een andere melodie en andere akkoorden op speelde. Dat noem je een orgelpunt. Het is een bepaald soort compositietechniek, heel simpel, die ik ook in popliedjes gebruik.”
Jan-Willem Rozenboom speelt de Goldbergvariaties
En waarom kies je dan specifiek voor de muziek van Bach?
“Dat is simpel. Omdat hij de grootste componist ooit is natuurlijk. In de jaren dat ik klassieke muziek speel, heb ik ontdekt dat Bach de enige is die mij nooit verveelt. Als je soms een halfjaar lang heel intensief bezig bent met een bepaalde componist, is het fijn om daarna weer iets anders te kunnen spelen. Dat heb ik niet bij Bach. Er zit een grote gelaagdheid in zijn muziek, een bepaalde meerstemmigheid die het heel spannend houdt en ervoor zorgt dat je steeds nieuwe dingen ontdekt. Bachs muziek kun je op enorm veel verschillende manieren spelen. En ze blijft áltijd goed! Als je bijvoorbeeld Chopin speelt, moet je dat met een bepaald romantisch rubato doen. Bij Bach zijn die grenzen veel ruimer.”
Introductie van de Online Bach Colleges van Jan-Willem Rozenboom
Wat wil je het publiek bijbrengen met de Online BACH Colleges?
“Toen mijn agenda in maart werd leeg geveegd, was dat aan de ene kant heel vervelend. Aan de andere kant had ik meer tijd voor andere dingen. Ik ben altijd bezig met muziek, met stukken instuderen. Toen dacht ik: heel veel mensen hebben geen idee wat ik precies doe en op welke manier. Daarom ben ik korte, informatieve filmpjes gaan plaatsen op Instagram en Facebook. De onlinecolleges zijn hier een verlengde van. Ik vind het belangrijk dat klassieke muziek op een iets andere manier wordt gepresenteerd. Tegenwoordig is er een grote afstand tussen de muziek, de muzikant en het publiek. De artiest is vaak onbereikbaar. Hij doet z’n ding op het podium en vertrekt daarna weer. Van dat afstandelijke beeld wil ik af.”
Probeer je zo ook nieuw publiek op een laagdrempelige manier te bereiken?
“Tja, laagdrempelig vind ik altijd een moeilijk woord. Wanneer is iets laagdrempelig? Ik denk dat heel veel mensen denken: klassieke muziek is véél te moeilijk voor mij, terwijl ze die stiekem best mooi vinden. Dat vind ik jammer. Ik vind het leuk om mensen te verrassen, mensen die klassiek nog niet zo goed kennen bijvoorbeeld. Er is ook een aantal Guus-fans dat naar mijn klassieke voorstellingen komt. Zij ontdekken langzaam hoe mooi klassieke muziek is en dat die helemaal niet zo complex hoeft te zijn.”