PIGNOLET DE MONTÉCLAIR
Jephté (Tragédie. Paris, 1737)
Tassis Christoyannis (Jephté), Chantal Santon Jeffery (Iphise), Judith van Wanroij (La Vérité) e.a., Purcell Choir, Orfeo Orchestra o.l.v. György Vashegyi
Glossa Music GCD 924008 • DDD-144’ (2 cd’s)
Waardering: 8
Bij de eerste tonen van de Ouverture van Jephté kwam bij mij steeds de naam Rameau bovendrijven. Dat gebeurde vervolgens nog wel vaker. Michel Pignolet de Montéclair streek in Parijs neer in 1687, het sterfjaar van Lully en de Zonnekoning was zo ongeveer op het hoogtepunt van zijn macht. De associatie met Rameau is niet vreemd; Jephté ging in première in 1732, vijf jaar voor Rameau’s Les Indes galantes. En Rameau’s echtgenote, een operazangeres, zong meermaals rollen in Jephté. Het was een kleine wereld. Overigens zou de componist het stuk al twaalf jaar eerder, zo omstreeks 1720 hebben afgerond, waarna het ertoe veroordeeld bleef om jaren op de plank te blijven liggen. Als ik de grote zwakte van de Franse barokopera zou moeten omschrijven is het enorm repetitieve karakter ervan. Ongetwijfeld moeten we in gedachten een visueel ontploft totaalballet afspelen met lintjes, strikjes en poederpruiken. Tóch doe ik componist en uitvoerende musici dan te kort. We horen een koor van klasse met een paar uitstekende solisten waaronder onze ‘eigen’ Judith van Wanroij. De elegantie en energie van het werk zijn ook moeilijk te weerstaan. Prachtige rollen waarin zangers hun zeggingskracht en techniek tot hun recht kunnen laten komen. Zo kom je je thuisquarantaine met esprit door.
Quirijn Bongaerts
Wilt u meer recensies lezen? Sluit dan hier een abonnement af en krijg automatisch toegang tot honderden andere recensies én voorgaande edities van Luister.