Raad voor Cultuur revisited

De adviezen van de Raad voor Cultuur en het Fonds voor Cultuurparticipatie die vorige week werden gepresenteerd hebben de muziekwereld niet onberoerd gelaten. Nu is dat gebruikelijk: de adviezen vragen nu eenmaal om kritiek. Vooral omdat het ene ensemble mag juichen en het andere net de boot mist. Daar valt over te discussiëren. Maar deze keer is het anders en zijn de protesten luider en uniformer dan ooit.

Niet alleen omdat belangwekkende en nog immer vernieuwende ensembles als Holland Baroque en Pynarello ondanks een positief advies geen geld meer krijgen  wegens ‘ een gebrek aan budget’,  maar ook en vooral omdat het Fonds voor Cultuurparticipatie maar liefst zes organisaties die van groot belang zijn voor de talentontwikkeling op het gebied van de klassieke muziek zomaar van tafel worden geveegd onder het mom van overvraging van de rijkssubisdies voor talentontwikkeling en hetzelfde gebrek aan budget. Toch kan het niet zo zijn dat hier enige willekeur achter zit. Daarvoor is het feit dat met het Ricciotti Ensemble, de Nationale Jeugdorkesten Nederland, het Prinses Christina Concours en het Nederlands Vioolconcours zo’n beetje het gehele fundament onder de talentontwikkeling op het gebied van de klassieke muziek dreigt te verdwijnen.

Catastrofale bezuinigingen

Zo schrijft het Ricciotti Ensemble in een persbericht: ‘Hoewel we wisten dat er in de hele sector veel meer werd aangevraagd dan er budget was, waren wij verbijsterd dat het FCP ervoor heeft gekozen om juist de talentontwikkeling voor klassieke muziek en jazz zo goed als volledig stop te zetten. Na de catastrofale bezuinigingen op de muziekscholen is kennelijk besloten de volgende schakel in de keten te schrappen.’

En Lonneke van Straalen, oprichtster van Pynarello, schrijft: Tijdens en na de vakopleiding deed ik vijf keer mee aan de Nederlands Vioolconcoursen en het Prinses Christina Concours waar ik meerdere keren finalist was. Ondertussen speelde ik ook in het Nationaal Jeugdorkest (NJON) waar ik begon als tutti violist en doorgroeide als concertmeester.

Droom

Na mijn vakopleiding was ik solist bij onder andere het Ricciotti Ensemble. Ik ontdekte ‘het vak’ en alle ervaring was vormend en een onmisbaar onderdeel voor mijn algemene ontwikkeling. Zo leerde ik in de voorbereiding van de concoursen gedisciplineerd ergens naar toe te werken. In het NJON leerde ik onderdeel te zijn van een groot symfonieorkest met alle sociale aspecten die daarbij horen en leiding te nemen als concertmeester. Ik had op jonge leeftijd al een passie en een droom en kreeg kansen om deze te ontwikkelen.

Maar waar kan een jonge musicus met een droom de komende jaren terecht? (…)Wat nu in één adem kapot wordt gemaakt, kan niet zomaar hersteld worden. Het droog zetten van deze vijver aan muzikaal talent, heeft desastreuze gevolgen voor de toekomst van de Nederlandse conservatoria en professionele orkesten.’

Duidelijke taal en het laatste woord hierover is zeker nog niet gezegd.

 

4/5 - (4 stemmen)
Facebook
Twitter

Laatste artikelen