But not my Soul is de naam van het nieuwste album van het Ragazze Quartet. De Raggaze combineren daarop het beroemde Amerikaanse kwartet van Dvorák met een vrijwel onbekend strijkkwartet van de (zo goed als) vergeten Afro-Amerikaanse componiste Florence Price en een gearrangeerde song van Rhiannon Giddens. Vanuit een hotelkamer in het Zweedse Halmstad vertellen drie Raggaze (eentje is met zwangerschapsverlof) via Zoom over dit project, lastige oplaadpalen en hun leven in een strijkkwartet. “Ragazze is ons kwartet, ons bedrijf en onze droom.”
Tekst: Machiel Swillens, foto: Anne-Claire de Breij
Maar dat is hoe het kwartetleven is: wij werken in het weekend. En als je op tour bent, wéét je gewoon… Ach, en straks hebben we twee dagen vrij”, antwoordt Rebecca Wise, celliste van het Ragazze Quartet, op de vraag hoe het met ze gaat. Vrijdag naar Zweden gereisd, zaterdagavond concert, zondagochtend om half tien opzitten voor een interview, door naar de volgende concertlocatie, weer optreden, en… “Maar weet je, wij hoeven niet te koken”, zegt altvioliste Annemijn Bergkotte. “We hoeven niet na te denken over wat we vanavond nou in gódsnaam weer moeten maken.”
Of zo’n tournee niet ook een rustpunt is? Eerste violiste Rosa Arnold: “O ja, zeker. Voor mij is het een werkvakantie. Ik hoef aan een heleboel dingen níet te denken. Met een jong gezin is het thuis hectischer dan hier.”
Rebecca: “Zweden is wat dat betreft ook wel een goed land. Als je hier op de snelweg zit, heb je vaak kilometerslang niemand voor je en niemand achter je. Ik word daar heel erg zen van.”
Rosa: “Ja, we zijn zelf helemaal vanuit Amsterdam hiernaartoe gereden.”
Rebecca: “Dat is eigenlijk óók best een goed verhaal…”
Maar laten we het eerst hebben over But not my Soul, jullie nieuwe cd, met Dvorák, Florence Price en Rhiannon Giddens. Hoe kwamen jullie op het idee?
Rosa: “Na jaren durfden we het eindelijk aan om Dvoráks Amerikaanse kwartet op te nemen. Daar hebben we lang over gesteggeld, het is natuurlijk al zó vaak opgenomen. Toen was de vraag: waarmee gaan we dat combineren? We dachten, oké, we hebben al een Tsjechische cd, die heet Česko. Maar dan zou het een soort Česko twee worden. Nou, dat voelde niet goed. En het bleef maar niet goed voelen. We kwamen er niet uit.”
Eenzame tweede viool
Toen hoorde Rosa bij toeval online iets over liederen van ene Florence Price. Die naam bleef hangen. Ze typte hem in op Google en ontdekte tot haar verbazing dat Price twee strijkkwartetten schreef. Rosa: “We waren met z’n viertjes in de studio, we zetten het even aan – er stond dus één opname van op Spotify hè – en bij de eerste maten dachten we al: wat is dit? Wat mooi! Nu valt het op zijn plek.” Rebecca: “Al bij die eenzame tweede viool die begint. Dat blijkt dan de begeleiding te zijn, maar in eerste instantie denk je gewoon: wát een mooie melodie!” Rosa: “Ja, er zit een bepaalde gevoeligheid in. En we dachten direct: o, wat combineert dit supermooi met Dvorák.” Rebecca: “Er is een verwantschap…” Annemijn: “Je hóórt dat Florence Price geïnspireerd was door Dvoráks strijkkwartet. Price heeft die mooie mix tussen haar zwarte Amerikaanse roots en de vertaalslag naar haar eigen Europese compositiestijl.” Rebecca: “Er zitten stukjes in Price die verdacht veel op Strauss lijken. Het eerste en laatste deel zijn klassiek en ik vind het langzame deel heel Gershwin-achtig.” Rosa: “En het derde deel is een juba, dat is een dansvorm die door tot slaaf gemaakten werd meegenomen vanuit Kongo naar Charleston in South Carolina. Op de plantages waren drums vaak verboden, uit angst dat slaven via het ritme geheime boodschappen zouden doorgeven. Daarom dansten ze bij hun bijeenkomsten de juba. Price verwerkte de juba ook in haar symfonieën. Het is een heel swingende dans, met een on-Europese ritmiek.”
Vrouw en baby te koop
Het derde werk dat de Ragazze op hun cd zetten, At the Purchaser’s Option, gaf de plaat zijn titel: But not my Soul. Een liedje van singer-songwriter Rhiannon Giddens, dat ooit voor het Kronos Quartet werd gearrangeerd. Giddens is net als Price een vrouw van kleur. Ze verwerkt een mix van Afro-Amerikaanse invloeden en folk en country in haar muziek. Achter deze song gaat een schrijnend verhaal schuil: Giddens stuitte ooit op een negentiende-eeuwse advertentie waarin een jonge vrouw te koop wordt aangeboden, met haar negen maanden oude baby. Ze zingt: You can take my body/You can take my bones/You can take my blood/ But not my Soul.
Ook Florence Price moet het moeilijk hebben gehad: zwart, vrouw én componiste in het Amerika van een eeuw geleden. Kennen jullie haar verhaal?
Rosa: “Ik vind het opvallend dat zij zich als zwarte vrouw zo goed heeft staande gehouden in haar tijd. Ze jaagde echt haar droom na. Ze is vast tegen grenzen aangelopen, maar haar werk wérd uitgevoerd, ze hééft gestudeerd. Tegelijkertijd denk ik wel: o, hoe is het mogelijk dat haar naam nú pas een beetje boven water komt. Het kan niet anders dan dat daarbij een rol speelt dat ze én vrouw én zwart is.” Rebecca: “Ze was wel de eerste zwarte vrouw in Amerika van wie werk door een symfonieorkest werd gespeeld.”
Wil je de rest van het interview met het Ragazze Quartet lezen? Dat kan in Luister 779! Dit nummer ligt na 12 april 2024 in de winkel.