BRAUNFELS
Grosse Messe op.37
Simone Schneider (sopraan), Gerhild Romberger (alt), Christian Elsner (tenor), Robert Holl (bas), Philharmonisches Chor Berlin, Berliner Singakademie, Knabenchor, Konzerthausorchester o.l.v. Jörg-Peter Weigle
Capriccio C5267 • DDD-76’
Waardering: 10
Luister 718 – September/Oktober 2016
In het Duitsland van tussen de beide Wereldoorlogen behoorde Walter Braunfels samen met Richard Strauss tot de meest gespeelde componisten. Bovendien bekleedde hij een aanzienlijke positie als directeur van het Keulse Conservatorium. Door zijn joodse afkomst kwam zijn carrière in 1933 tot stilstand. Hij overleefde in Zwitserland, kreeg na de oorlog zijn baan terug, maar hoorde er als componist niet meer bij. Hij overleed in 1954. Zijn kleinzoon Stephan Braunfels is een groot architect, en maakt zich al enige decennia sterk voor het werk van zijn grootvader. Op Decca verscheen in de serie Entartete Musik de opera ‘Die Vögel’, zijn belangrijkste (en schitterende) muziekdramatische schepping. Braunfels schreef twee grote religieuze werken voor de concertzaal: een Te Deum en een Missa Solemnis. Van de Missa Solemnis verschijnt nu de tweede opname, de eerste onder Manfred Honeck kwam uit op Decca. Beide zijn live-registraties, al staat dat er op deze Capriccio-uitgave niet bij. De tempi van Honeck liggen iets langzamer, waardoor Decca twee cd’s nodig had. Sopraan en mezzosopraan zijn op beide opnamen dezelfde, bas Robert Holl is een duidelijke verbetering ten opzichte van zijn collega op Decca. De conclusie moge duidelijk zijn. Wie het schitterende Benedictus of het ontroerende jongenskoor in het Agnus Dei eenmaal heeft gehoord, haast zich om deze tweemaal verketterde toondichter de aandacht te geven die hij verdient.
Siebe Riedstra
Wilt u meer recensies lezen, dus óók de recensies van albums die het afgelopen halfjaar verschenen? Sluit dan hier een abonnement af en krijg automatisch toegang tot honderden andere recensies én voorgaande edities van Luister.
