SCHUBERT, BERG, LISZT
The Wanderer
Seong-Jin Cho (piano)
Deutsche Grammophon DG 483 7909 • DDD-65’
Waardering: 8
De in Seoul geboren, vijfentwintigjarige Seong-Jin Cho won op veertienjarige leeftijd het Chopin-concours in Warschau. Tot zijn verbazing. Eigenlijk was hij alleen gegaan ‘om te kijken hoe jonge Russische en Chinese pianisten speelden, want via YouTube kon dat toen nog niet’, vertelt hij in een interview in het cd-boekje. In 2011 werd hij derde bij het roemruchte Tsjaikovski-concours in Moskou waarna hij ging studeren in Parijs. Nu woont hij in Berlijn en toert de hele wereld over. Daarom de cd-titel The Wanderer denk ik. Maar natuurlijk ook vanwege Franz Schuberts Wanderer-Fantasie, D 760 die Cho combineert met de Pianosonate, opus 1 van Alban Berg en Franz Liszts Pianosonate in b klein, S 178. Daarmee is Cho niet alleen een ‘wanderer’ tussen werelden, maar ook tussen tijdperken. Een uitzonderlijke maar mooie combinatie van werken. Als ik in een woord Cho’s Schubert moest typeren, zei ik: wisselvallig. Het vierkante dactylus ritme van het openingsdeel – Tam-ta-ta, Tam-ta-ta – struikelt ietwat doordat sommige achtste noten haasten en hij vreemde accenten legt. En iets dergelijks speelt in het niet al te snel uitgevoerde Scherzo. Bij andere meer vloeiende, zangerige passages is het juist fijn dat zijn spel zo bewegelijk is. Ook in de Sonate van Berg is die kwaliteit om elastisch met het tempo om te gaan gepast. Cho overtuigt mij het meest in Liszt. Met als hoogtepunt het spitse fugato in het laatste deel. Daar wordt het magisch.
Machiel Swillens
Wilt u meer recensies lezen? Sluit dan hier een abonnement af en krijg automatisch toegang tot honderden andere recensies én voorgaande edities van Luister.