SCHUBERT-RASMUSSEN
Sakontala
Simone Nold (Sakontala), Donát Havár (Duschmanta), Martin Snell (Kanna) e.a., Kammerchor Stuttgart, Deutsche Kammerphilharmonie Bremen o.l.v. Frieder Bernius
Carus 83.509 • DDD-86’ (2 cd’s)
Waardering: 9
Tot de vele onvoltooide partituren van Franz Schubert hoort de opera Sakontala waaraan hij in 1820 begon, op een libretto naar de Sanskriete dichter Kalidasa. Componist Karl Aage Rasmussen kreeg de suggestie de fragmenten van Schubert te completeren in zijn eigen stijl – ongeveer zoals Edison Denisov Schuberts oratorium Lazarus heeft afgemaakt. Rasmussen ontdekte dat er meer dan genoeg bruikbaars van Sakontala over was om er een opera in twee bedrijven van te maken in Schuberts eigen stijl. Sommige stukken zijn door Schubert helemaal uitgeschreven, zoals de finale van het eerste deel en de eraan voorafgaande wraakaria (bas) van kluizenaar Durwasa. In andere waren de vocale stemmen compleet en voorzien van min of meer minieme aanduidingen over instrumentatie. Schubert gebruikte een afwisseling van zang met vrij veel koor en ensembles en spreektekst, zoals bij Die Zauberflöte, en die Mozart-sfeer zit ook duidelijk in het eerste bedrijf, met misschien een vleugje Fidelio in de aria van Durwasa. Hoe de opera met zijn vijf hoofdrollen en flink wat bijrollen het met al die spreektekst op het podium doet is de vraag, maar de muzikale nummers die (met de spreekteksten in het boekje) al in 2008 op cd gezet zijn overtuigen zonder meer. De finale van het eerste bedrijf is absoluut dramatisch en in het tweede zitten alle schubertiaanse elementen die we uit zijn grote liederen en koorstukken kennen. Rasmussen heeft Schuberts toon goed getroffen en de uitvoering van alles is op hoog niveau. Een aanwinst op herhaling.
Paul Herruer
Wilt u meer recensies lezen? Sluit dan hier een abonnement af en krijg automatisch toegang tot honderden andere recensies én voorgaande edities van Luister.