Sneak preview

Aldo Druyf Foto: Philine-van den Hul

De kloof wordt gelukkig steeds kleiner, maar tot zo’n twintig jaar geleden was het not done als je als klassieke muziekliefhebber, componist of uitvoerend musicus ook flirtte met popmuziek. Andersom waren de dogma’s veel kleiner. Al sinds er zoiets bestaat als ‘populaire muziek’ ter onderscheid van klassiek, maken popmusici dankbaar gebruik van alles wat de wereld van Bach, Mozart, Beethoven, Schubert en zo verder te biede3n heeft. Auteur en gitarist Aldo Druyf zette in het even leerzame als vermakelijke boek Klassiek in pop vele verhalen van ‘stelende’ popmusici op een rijtje. ‘Veel muzikanten en producers zijn begonnen met klassieke piano of gitaar, wat vaak terug te horen is in hun muziek’, schrijft hij in de inleiding. ‘Producer Quincy Jones vertelde met trots dat zijn kennis van klassieke harmonie en orkestratie het hem mogelijk maakte om complexe pop en soul- arrangementen te maken, zoals in Don’t stop ‘til you get enough van Michael Jackson.’

Maar waar begint klassiek en waar eindigt popmuziek? In een interview met René Seghers in de komende editie van Luister zegt Druyf daarover:  “Uiteindelijk is muziek voor mij gewoon muziek. Er zijn dingen die ik mooi vind en dingen waar ik minder mee heb. Meestal is klassiek wat complexer, maar daar zijn ook tal van uitzonderingen op. Het loopt in elkaar over. Er zijn operazangers die pop zingen en popzangers die opera zingen. Beroemde violisten en violistes flirtten met popmuziek, zoals Nigel Kennedy, Vanessa Mae. Mijn doel in boek, cursussen en lezingen is vooral de kloof tussen beide werelden te overbruggen.”

Lees het hele interview in de komende editie van Luister die 6 februari verschijnt.

Facebook
Twitter

Laatste artikelen