Sopraan Lenneke Ruiten zong tien jaar lang in meerdere grote operaproducties per jaar en stootte door tot de wereldtop. Op 29 april 2022 verschijnt de cd Strauss Lieder, die ze met pianist Thom Janssen opnam. Met dit album keert ze terug naar haar eerste liefde: het lied.
“Ik wil meer gaan vertellen en minder acteren”, stelt Lenneke Ruiten vastberaden. “Bovendien is het niet gezond als je te lang in de operawereld blijft hangen.” Haar liefde voor de liederen van Richard Strauss is bovendien groot. “Thom en ik hebben ruim twintig jaar geleden drie dagen lang in deze liederen les gehad van de Duitse basbariton Hans Hotter. Jarenlang werkte hij samen met Strauss. Dichter bij de bron konden we niet komen. Wat was dat inspirerend en leerzaam!” In diezelfde periode vond ze in een Duitse muziekwinkel een dubbel-cd waarop Strauss zelf achter de piano zijn liederen begeleidt. “Ook dat was een openbaring. De liefde was beklonken. Voor altijd.”
Gedateerde museumstukken
Die liefde bezegelt ze nu met het album Strauss Lieder, waarop de meest beroemde liederen als Morgen!, Befreit en Allerseelen staan. “Thom en ik hebben veel van deze liederen al tientallen jaren op ons repertoire staan. Het is een langgekoesterde wens om ze op cd uit te brengen.” Ook op het album terug te vinden: de poëtische en spirituele Vier letzte Lieder en Mädchenblumen, een liederencyclus waarin vier bloemen beschreven en vergeleken worden met verschillende soorten meisjes. “De teksten schetsen een zeer gedateerd en onjuist vrouwbeeld”, zegt Ruiten hierover, “eigenlijk kan dat helemaal niet meer anno 2022. De muziek is echter zo geweldig dat ik ze toch per se op het album wilde hebben.” De sopraan ziet de liederen en teksten als prachtige, maar gedateerde museumstukken. “Op die manier kan ik het naar mezelf toe verantwoorden.”
Schubertiaanse aanpak
“Richard Strauss was getrouwd met sopraan Pauline de Ahna. Haar stemtype kwam overeen met het mijne”, vertelt Ruiten. “Dat is vast de reden dat de Strauss-liederen zo goed bij mijn stem passen. Het voelt alsof ze voor mij persoonlijk zijn geschreven.” Waar de liederen vaak nogal orkestraal gezongen worden, met grote stemmen en grote lijnen, kozen Ruiten en haar vaste pianist Thom Janssen voor een meer Schubertiaanse aanpak. “We kleuren per woord, zelfs per lettergreep en we zijn zeer minutieus te werk gegaan. Dat wil niet zeggen dat ik het klein zing, maar we stellen de luisteraar wel in staat om heel dichtbij te komen en de liederen als het ware te voelen.”
