STRADELLA

Recensie STRADELLA – La Doriclea

STRADELLA
La Doriclea
Emőke Baráth (Doriclea), Giuseppina Bridelli (Lucinda), Xavier Sabata (Fidalbo) e.a., Il Pomo d’Oro o.l.v. Andrea De Carlo
Arcana A 454 • DDD-188’ (3 cd’s)
Waardering: 7

De zeven is het gemiddelde van twee uitersten. Zeer positief aan de uitvoering zijn de prachtige stemmen, het onberispelijke gevoel voor structuur, de klank van het orkest en de schoonheid van de stemmen. De lijst van solisten maakt duidelijk dat inmiddels musici uit vele landen deze benadering van oude muziek hebben omarmd. Negatief is het feit dat het geheel eerder klinkt als een mooie liederencyclus of een fraaie cantate, maar dat van theatrale opwinding soms weinig te merken is. Het meest dramatisch zijn nog de recitatieven (en dat zijn in de opera vele), terwijl de aria’s en ensembles ook uit kamermuziek of kerkmuziek hadden kunnen komen. Is dit geheel in de geest van Alessandro Stradella (1643-1682) en heb ik een verkeerd idee van barokke operadramatiek of is het de wil van de musici om dit drama zo vorm te geven? Als het de bedoeling van de dirigent was om de zwier van Monteverdi op te leggen aan de andere stijl van Stradella, dan is hij glansrijk geslaagd. De opera is dan een zeer lang uitgerekt madrigaal met uiteraard een roerend verhaal dat prettig afloopt, net als de muziek.
Emanuel Overbeeke

Wilt u meer recensies lezen? Sluit dan hier een abonnement af en krijg automatisch toegang tot honderden andere recensies én voorgaande edities van Luister.

Facebook
Twitter

Laatste artikelen