De Israëlische cellist Gavriel Lipkind (1977) gaat het Leeuwenbergh Gasthuis in Utrecht huren om er een centrum voor kamermuziek te kunnen vestigen.
Het Leeuwenbergh Gasthuis was enkele jaren geleden de ‘kleine’ muziekzaal toen TivoliVredenburg vanwege verbouwing en uitbreiding geruime tijd gesloten was. Het pand is een rijksmonument uit 1567 in het centrum van Utrecht, dat oorspronkelijk dienst deed als pesthuis en daarna nog onderdak heeft geboden aan een ziekenhuis, militaire kazerne, laboratorium, tentoonstellingen en een kerk.
Flentrop-orgel in Leeuwenbergh Gasthuis overbodig
Gavriel Lipkind gaat het gebouw nu inrichten als centrum voor kamermuziek, met een opnamestudio, ruimtes voor lezingen en masterclasses en een concertzaal. Lipkind zelf woont momenteel in Frankfurt am Main in Duitsland, maar doet veel werk in Nederland. Hij werkte eerder onder meer samen met Gidon Kremer en Yehudi Menuhin en is stichter en leider van het Lipkind Quartet.
Omdat het Leeuwenbergh Gasthuis nu ingezet gaat worden voor kamermuziek, was het daarin aanwezige Flentrop-orgel niet meer nodig. Dit zogeheten ‘sleeplade’-orgel is inmiddels dan ook verplaatst naar de Grote Kerk in Zwolle, waar het in ieder geval tijdelijk dienst kan doen omdat het vaste orgel van de Grote Kerk in restauratie is.
Onder supervisie van Albert Schweitzer
In Utrecht heeft dit verwijderen van het orgel uit het Leeuwenbergh Gasthuis wel nog voor enige commotie gezorgd, omdat het instrument in 1954 speciaal voor deze kerk gebouwd is. En nog wel onder supervisie van Nobelprijswinnaar Albert Schweitzer. Maar er werd al weinig op gespeeld de laatste jaren. Ook Lipkind zal het niet gaan gebruiken, dus een herbestemming lag voor de hand, aldus Stadsherstel Utrecht, eigenaar van het gebouw.
