VIVALDI
Farnace, RV711-G
o.a. Max Emanuel Cencic (Farnace), Ruxandra Donose (Tamiri), Mary Ellen Nesi (Berenice), Coro della Radiotelevisione Svizzera Lugano, Il Barocchisti o.l.v. Diego Fasolis
EMI Virgin Classics 5099907 091421 3CD • DDD-3.12’
De nieuwe opname van Vivaldi’s opera Farnace door Diego Fasolis sluit mooi aan op de Farnace die Jordi Savall in 2001 opnam en twee jaar terug als heruitgave in de Vivaldi Edition van Naïve verscheen. Fasolis koos, anders dan Savall, de laatste versie van de partituur, uit 1737. Vivaldi liet deze voor Ferrara bestemde update van zijn lievelingsopera onvoltooid toen het stuk daar met een politieke smoes voortijdig van het speelplan werd gehaald. Wel voegde hij het onvoltooide manuscript bij zijn collectie partituren, hopend op een toekomst die nooit meer zou komen: Farnace bleek zijn laatste opera. Aan Fasolis de uitdaging om met Vivaldi-expert Frédéric Dalaméa het laatste hoofdstuk te reconstrueren. De titelrol was in 1737 voor een castraatzanger bestemd en blijkt Max Emanuel Cencic op het lijf geschreven. Met zijn bijna ongenaakbaar pathetische zangstijl heeft deze countertenor, voorheen sopranist, het soort betovering dat we aan de 18e-eeuwse stercastraten toedichten: adembenemend. Het verhaal over Farnace is ‘oude’ geschiedenis – een koningsdrama in Klein-Azië onder het wakend oog van de Romeinse overheersers, met een destijds actuele lading: oorlog met Turkije. Mooie stof voor een klassiek Italiaans ‘dramma per musica’, maar dat komt bij Fasolis niet uit de verf. Ellenlange recitatieven met statisch uitgevoerde continuo-partijen: hoe saai kan iets zijn? Gelukkig dat de schitterend gezongen aria’s het ruimschoots compenseren.
René de Cocq
Wilt u meer recensies lezen? Sluit dan hier een abonnement af en krijg automatisch toegang tot honderden andere recensies én voorgaande edities van Luister.