Het VU-Orkest speelt op 15 januari in de Stadsgehoorzaal in Leiden en op 21 januari in het Concertgebouw in Amsterdam de jaarlijkse winterconcerten. Het in Amsterdam gevestigde symfonieorkest bestaande uit gepassioneerde studenten waagt zich aan Mahlers Negende symfonie. Het orkest betreedt onder leiding van chef-dirigent Arjan Tien met honderdzes orkestleden het podium. Mahler schreef zijn laatste voltooide symfonie in de bergen van Tirol, vlak na het tragische overlijden van zijn dochter Maria. Gevuld met angst voor de dood en afgezonderd van de buitenwereld begon hij aan zijn Negende symfonie. Veel componisten die hem voorgingen, zijn tijdens of na het schrijven van hun negende overleden, waardoor Mahler vreesde dat deze symfonie zijn laatste zou worden. Deze thema’s van leven en dood zijn dan ook goed hoorbaar in de muziek.
Confrontatie met het einde
Voor de jonge studenten van het VU-Orkest is het een droom om zo’n groot meesterwerk van de geliefde componist Mahler te mogen en kunnen spelen. In de Negende symfonie wordt men geconfronteerd met de eindigheid van het leven. Confrontatie met het einde is nu overal te vinden. Het verwelken van bloemen, de wisseling van de seizoenen. Een andere confrontatie waar jeugd- en studentenorkesten mee worstelen, is de onzekere toekomst van de cultuursector. Alles om ons heen ademt cultuur, maar wie weet voor hoe lang. Het is moeilijk, deze wisselvalligheid en mogelijke eindigheid van orkesten. Maar confrontatie met het einde betekent ook bewustwording van het leven en van de kracht van cultuur.
Meer informatie: vu-orkest.nl
