J.S. BACH
The Contest between Phoebus and Pan (wereldlijke cantates BWV 201 en 207a)
Bach Collegium Japan o.l.v. Masaaki Suzuki
BIS Records BIS-2311 • SACD-81’
Waardering: 8
De circa 200 overgeleverde kerkelijke cantates van Johann Sebastian Bach hebben de laatste twintig jaar een flinke sprong gemaakt in bekendheid en ‘populariteit’. Dat geldt veel minder voor de vijftien resterende wereldlijke cantates, en dus ook voor de twee die we hier horen in de uitvoering door het Bach Collegium Japan onder aanvoering van Masaaki Suzuki. BWV 201 draagt de titel ‘Geschwinde, ihr wirbelnden Winde’ en beschrijft de wedstrijd tussen de Griekse halfgoden Phoebus en Pan, allebei bedreven muzikanten: wie speelt het mooist? Het komt mij altijd curieus voor hoe de vroom-christelijke Bach (en ettelijke van zijn tijdgenoten) zich probleemloos konden bezighouden met elementen van de Griekse mythologie, maar in dit geval is de verklaring dat hij er eigenlijk een pleidooi mee hield voor meer waardering van de muziek als kunstvorm. Het stuk telt enkele juweeltjes als het wervelende openingskoor en een schitterende basaria, maar in de recitatieven ontkomt ook de grote Bach hier niet aan enige oubolligheid. BWV 207a (‘Auf, schmetternde Töne der muntern Trompeten’) is bedoeld als felicitatie aan Augustus III, prins van Saksen en koning van Polen. Het is een bewerking van het eerdere nummer 207, bedoeld als eerbetoon aan een Leipziger professor: dezelfde muziek, andere tekst. Hier is vooral het openingskoor van grote kwaliteit, de rest voelt wat plichtmatig aan. Suzuki voegt na het slotkoor nog een loslopend marsmotiefje uit de nalatenschap van Bach toe; of dat vrijpostig is, daar valt wellicht nog over te discussiëren. R
ené de Cocq
Wilt u meer recensies lezen? Sluit dan hier een abonnement af en krijg automatisch toegang tot honderden andere recensies én voorgaande edities van Luister.